Over Luisa Piccarreta

 

Uittreksel van haar Biografie

HAAR GEBOORTE
Luisa Piccarreta werd geboren in een arm gezin in Corato, in de buurt van Bari in Zuid-Italië, op 23 april 1865, de zondag na Pasen.
Ter gelegenheid van de heiligverklaring van zuster Faustina Kowalska op 30 april 2000 heeft Paus Johannes Paulus II de zondag na Pasen officieel uitgeroepen tot “de zondag van de Barmhartigheid” in de Kerk, in overeenstemming met de wens van Jezus aan zuster Faustina.
Jezus wilde benadrukken dat Luisa degene was die door God van alle eeuwigheid was uitverkoren om ons deze gave van de Goddelijke Wil te brengen, de vrucht bij uitstek van zijn Goddelijke Barmhartigheid.

HAAR FAMILIE
Luisa’s beide ouders kwamen uit Corato. Het gezin kreeg vijf dochters en zij leefden van de landbouw.
Zowel haar vader als haar moeder stierven in maart 1907, tien dagen na elkaar.  Luisa was toen 42 jaar oud. Luisa beschrijft haar ouders als engelen van zuiverheid;
Zij zorgden ervoor dat hun kinderen niets verkeerds hoorden. Leugens, hypocrisie, leugens hadden geen plaats in hun huis. De ouders waren waakzaam voor hun kinderen en stelden hen nooit aan iemand voor, waardoor het gezin altijd bij elkaar bleef.

HAAR DOOPSEL
Luisa werd gedoopt op de middag van haar geboorte.

HAAR EERSTE COMMUNIE – HEILIG VORMSEL
Op negenjarige leeftijd ontving Luisa haar eerste Communie en het Heilig Vormsel, op de zondag na Pasen, de zondag van de Barmhartigheid. Van jongs af aan koesterde zij een grote liefde voor de Eucharistie en bracht zij vele uren door in de kerk, geknield en onbeweeglijk, volledig in beslag genomen door het Heilig Sacrament.

INNERLIJKE STEM VAN JEZUS
Kort na haar eerste communie begon Luisa de stem van Jezus in haar ziel te horen. Jezus leerde haar meditaties over het kruis, gehoorzaamheid, zijn verborgen Leven in Nazareth, de deugden en vele andere onderwerpen. Hij leidde haar en corrigeerde haar wanneer Hij het nodig achtte.

TOTALE OVERGAVE
Geleidelijk aan bracht Jezus haar tot een onthechting van zichzelf en van alles. Van jongs af aan leerde Jezus haar de onmetelijke waarde van het gewillig aanvaarden van lijden en van de voorbede voor anderen.

DOCHTER VAN MARIA
Tijdens haar jeugd was Luisa nogal verlegen en angstig, maar ook levendig en opgewekt. Luisa bleef klein van gestalte en altijd sereen.
Zij had grote, doordringende en levendige ogen.
Vanaf haar vroegste jaren werd Luisa gekweld door de duivel die haar in angstaanjagende dromen verscheen.
Als gevolg hiervan bracht ze lange uren door met het bidden van de rozenkrans en het aanroepen van de bescherming van de heiligen.
Pas toen zij op elfjarige leeftijd een “dochter van Maria” werd, hielden de nachtmerries eindelijk op. In het volgende jaar begon Jezus innerlijk tot haar te spreken, vooral na het ontvangen van de Heilige Communie.

EERSTE VISIOEN
Op een dag, toen zij nog maar dertien jaar oud was, was Luisa thuis aan het werken terwijl zij innerlijk mediteerde over het lijden van Jezus. Plotseling voelde zij zich beklemd en zij stapte op het balkon op de tweede verdieping van het huis om frisse lucht in te ademen. Toen zij op dat ogenblik naar de straat keek, kreeg zij haar eerste visioen.
Zij zag een enorme menigte en gewapende soldaten die drie gevangenen leidden; in het midden van de menigte droeg Jezus moeizaam Zijn kruis. De menigte duwde en mishandelde Hem van alle kanten. Jezus snakte ook naar adem, Zijn Gelaat was volledig bedekt met bloed.
Zijn houding riep medelijden op.

 

“ZIEL, HELP MIJ”
Plotseling keek Jezus haar aan en zei: ” Ziel, help Mij.”
Op dat moment werd Luisa’s ziel vervuld van medelijden met Jezus. Zij keerde terug in haar kamer en huilde overvloedig. Zij zei toen tot Jezus dat zij Zijn lijden wilde ondergaan om Hem te verlichten, omdat het niet juist was dat Jezus zoveel leed uit liefde voor haar, arme zondares, terwijl zij niets leed uit liefde voor Hem.

OFFERZIEL
Luisa bood zich vanaf die dag aan als een slachtoffer ziel om boete te doen voor de zonden van de mensheid. Rond de leeftijd van veertien jaar begon Luisa visioenen en verschijningen van Jezus en Maria te ervaren, samen met lichamelijk lijden.
Op een keer plaatste Jezus de doornenkroon op haar hoofd, waardoor zij twee of drie dagen lang het bewustzijn verloor en niet meer kon eten. Dat ontwikkelde zich tot het mystieke verschijnsel waarbij Luisa begon te leven van enkel de Eucharistie als haar ‘dagelijks brood’.
Telkens wanneer ze door haar biechtvader onder gehoorzaamheid werd gedwongen om te eten, was zij nooit in staat om het voedsel te verteren. Het kwam er enkele minuten nadien terug uit, intact en vers, alsof het nooit was gegeten.
Vanwege haar verlegenheid tegenover haar familie, die de oorzaak van haar lijden niet begreep, vroeg Luisa de Heer om haar beproevingen voor anderen te verbergen.
Jezus willigde haar verzoek onmiddellijk in.
Hij liet toe dat haar lichaam een onbeweeglijke, starre toestand aannam en het leek alsof zij dood was.
Enkel als een priester het kruisteken over haar lichaam maakte, kreeg Luisa haar vermogens terug.
Deze opmerkelijke mystieke toestand duurde verder
tot haar dood op 4 maart 1947.
Gedurende haar gehele leven leed zij aan geen enkele lichamelijke ziekte (totdat zij aan het einde bezweek aan een longontsteking) . Zij heeft nooit doorlig wonden gehad, ondanks het feit dat zij vierenzestig jaar aan haar bed gekluisterd was.                                       

Haar begrafenis was ook opmerkelijk.
Haar dode lichaam is “zittend” in een speciaal hiervoor gemaakte kist geplaatst omdat het door het jarenlang zitten in bed niet kon uitgestrekt worden.

 

error: Content is protected !!